
Over de auteur
Christine Farenhorst, auteur en dichteres, heeft gewerkt aan "Verbazingwekkende Verhalen uit Tijden van Weleer," "De Grote Ontsnapping," "Vleugels als een Duif," en "Voor de Schoot van Mijn Moeder." Christine en haar man, Anco, hebben vijf kinderen, negentien kleinkinderen, een hond, en tien kippen.
Wie de stad Londen bezoekt zal in veel gevallen rondlopen op Trafalgar Square. Vlakbij dat beroemde plein staat een monument dat is gewijd aan de Britse verpleegster Edith Cavell, die in de Eerste Wereldoorlog in het door de Duitsers bezette België werkte en daar hulp verleende aan geallieerde soldaten. Ook aan Duitse soldaten trouwens.
In 1915 werd ze opgepakt en ter dood veroordeeld.
‘Een beker koud water’ gaat over deze moedige vrouw. Het boek oogt als een roman maar is (vooral) een biografie. Daar is natuurlijk niets mis mee maar de lezer die hoopt dat het verhaal vooral over Edith Cavell in oorlogstijd gaat, zal worden teleurgesteld.
Daarover gaat alleen het laatste gedeelte van het boek. Haar hele leven passeert de revue. Edith Cavell wordt getekend als een liefdevolle en gelovige vrouw die zich laat inspireren door onder andere de beroemde Florence Nightingale.
Het slot van het boek is ontroerend. De laatste woorden van de moedige Edith, voor het vuurpeloton, waren: ‘Nu ik hier sta, in het licht van de Heer en de eeuwigheid, besef ik dat vaderlandsliefde niet genoeg is. Ik moet ook geen haat of bitterheid voor wie dan ook voelen.’
De auteur vertelt op het feitelijk niveau correct het verhaal rond Edith Cavell, maar vult de psychologie en theologie in middels verzonnen brieven, gesprekken. De inhoud daarvan is fundamentalistisch (bijv. Domme man die Darwin, zegt Edith, p. 40). Wie in de echte Edith Cavell - en niet in een doorslagje van de auteur - is geïnteresseerd, raadplege het internet en de daar beschikbare bronnen.